Dit verhaal werd geschreven door: Ismail, Milan, Miel, Briek, Augustijn en Tejo.
De zes apen
Er waren eens zes wilde apen.
Ze aten alle zes een lekkere banaan. Ze slingerden. Ze
verfden een domme, oranje kat blauw, gooiden die in de grote zee en dachten dat
die nu kieuwen had.
De zes apen moesten naar de kleine
gevangenis. Ze aten alle zes nog meer krachtige bananen. Ze heetten: Ismail,
Milan, Miel, Briek, Augustijn en Tejo. Ze waren aan het slingeren in de
gevangenis en ze ontsnapten. Ze ontsnapten en sloegen een slimme, dikke politieman
in zijn rond gezicht. Ze wouden een grote, sterke, snelle schildpad gebruiken
om naar het grote, verlaten oerwoud te gaan.
Ze probeerden een geheim
fort te maken. Toen het mooie fort gemaakt uit bananen, klaar was, maakten ze
veel meer grappige, kleine apen en heerlijke groene bananen. Toen waren er
zestien slimme apen. En de zestien apen hadden het bewaakte fort helemaal
versiert met regenboogbananen. Maar de slimme politie vond hun prachtig fort en
schoot ze neer met harde, pijnlijke bananen.
De wraakzuchtige apen
gebruikten deze keer een groep snelle huisjesslakken om weg te rijden naar het
politiekantoor en bliezen het op. Omdat de stomme politie tien schattige apen
had pijn gedaan waren er nog maar zes stoere, coole apen over.
En dan was er plots een lieve,
witte aap gekomen die dertig meter groot was. Toen gingen alle apen, ook de
grote, een geheime, ondergrondse bank beroven. De politie kwam toen en zochten
ze maar ze zaten verstopt achter een berg blinkende diamanten. Batman kwam net zijn
diamanten halen in de geheime bank. Maar de bange apen zaten erachter verstopt.
De stoere apen graven zich een weg uit de ondergrondse bank met een groot deel
van de diamanten. Ze gebruikten een deel van de waardevolle diamanten om stoere
indianen te huren, want alle indianen schieten met bananen. De apen kwamen
terug met de indianen en de indianen schoten de politie neer. Ze herstelden hun
kapotte fort en leefden er nog lang en gelukkig.
Einde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten